Huid bekleed met een normaal uitrijpend plaveiselepitheel.
In de onderliggende dermis is er centraal gelegen een myxoide laesie
aanwezig, matig celrijk. De leasie is vrij scherp begrensd zonder
duidelijk omkapseld te zijn. De overliggende epidermis is hier atrofisch
met tekenen van hyperkeratose van het orthokeratotische type. De
cellen zijn hoofdzakelijk spoelvormig. In het myxoide stroma ook
enkele mestcellen. Geen toegenomen vascularisatie. Differentiaal
diagnostisch wordt gedacht aan een digitale mucineuze cyste of een
superficieel acraal fibromyxoma. Gezien de aanwezigheid van mestcellen
en dat de laesie te celrijk is voor digitaal mucineus cyste gaat
onze voorkeur uit naar de superficieel acraal fibromyxoma. Wat hiertegen
pleit is de matige vascularisatie. Er is aanvullend immuunhistochemisch
onderzoek verricht middels de CD34 merker voor endotheel. Alhoewel
er in de laesie geen duidelijke vaatproliferatie aanwezig is blijft
de eerder gestelde conclusie ongewijzigd. Conclusie: superficieel
acraal fibromyxoma. |