|
|||
|
|||
| Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC | |||
| PA-beschrijving: | zakboek | ||
| Coupe I De epidermis is focaal geülcereerd met ter hoogte depositie van fibrine aan het oppervlak, bacteriële overgroei en met bedekkend parakeratose. De rest van de epidermis is onregelmatig acanthotisch verbreed en toont een bewaarde uitrijping van het meerlagig, orthokeratotisch verhoornend plaveiselcelepitheel. Opvallend subcorneale aanwezigheid van fragmenten van mogelijk een micro-organisme dat multifocaal in de doorsnijdingen wordt gezien. In de dermis een opvallend perivasculair, peri-adnexieel en deels perineuraal histiocytaire infiltraten met epitheloïde cellen die dicht op de structuren liggen. Geen interstitiële uitbreiding van het infiltraat en geen bijmenging van eosinofiele granulocyten. Het infiltraat breidt zich diep uit tot in de bodem van het biopt. Coupe II De epidermis is onregelmatig acanthotisch verbreed en toont minimale papillomatose. Er is een bewaarde uitrijping van het meerlagig, orthokeratotisch verhoornend plaveiselcelepitheel met een verbrede stratum corneum bestaande uit hyper parakeratose met in het hoornlaag aanwezigheid van fragmenten parasieten. Ook in dit biopt een perivasculair histiocytair infiltraat, echter minder uitgesproken vergelijking met het biopt onder I. Ook in dit biopt multifocaal voorkomen van micro-organismen. In de aanvullende PAS, PAS +, ZN en Grocott kleuringen worden er geen andere micro-organismen aangetroffen. Conclusie: ondanks het niet kenmerkend beeld (geen eosinofiele granulocyten) kan het beeld goed passen bij scabiës. |
|||
