Het epitheel is centraal licht verheven, licht verbreed
en bedekt met een vrij dikke laag orthokeratine (normaal voor lokalisatie).
In het onderliggende dermale stroma zien we een vrij scherp omschreven
laesie, die bestaat uit een proliferatie van spoelvormige rustige
cellen, die gelegen zijn in een myxoïd omvormd stroma met daartussen
meerdere kleine vaatjes met een nauw lumen en tevens enkele mastcellen.
Boven deze laesie, subepitheliaal, zien we een nestje van kleine
vrij rustige cellen, vermoedelijk pigmentcellen. In de buurt ligt
ook wat melaninepigment en enkele losse cellen met hetzelfde aspect.
De voorkeur gaat uit naar een dermale naevus naevocellularis met
onderliggend neurofibroom.
In de differentiele diagnose staat
ook nog een deels neuroied uitgerijpte nevus. De in de oppervlakkige
dermis gelegen nestjes van cellen kleuren positief aan voor de melanocytenmarkers
S 100 en melan-A. De daaronder gelegen vrij celarme spoelvormige
laesie is positief voor het S 100 proteïne, negatief voor neurofilament
en melan-A. Conclusie: voorkeur voor een dermale naevus naevocellularis
met daaronder liggend neurofibroom (DD: neuroied uitgerijpte naevus
naevocellularis). |