De epidermis is focaal geĆ¼lcereerd. Ter hoogte van
de ulceratie een dermale infiltrerende spoelcellige tumor. Aan de
rand van de ulceratie, op de dermo-epidermale junctie aanwezigheid
van solitaire en nesten pigmentcellen met een lentigineuze groeiwijze
en uitgesproken cytonucleaire atypie. Tevens bridging van celnesten
tot een continue groeiwijze en multifocale ascensie. De atypie wordt
gekenmerkt door kernpleiomorfie en anisokaryose. In de dermis noduli
en sheets van atypische spoelvormige pigmentcellen. Er is geen uitrijping
naar de diepte toe. Er worden multipele dermale mitosen gezien.
Tussen de pigment cel nesten aanwezigheid van pigment incontinentie.
De Breslow-dikte bedraagt 4.71 mm. Geen perineurale of (lymf)angio-invasieve
groei, geen satelliethaarden. Er wordt geen regressie gezien. De
snijvlakken zijn vrij van tumor.De marge naar geel bedraagt 3.2mm,
naar blauw 2.8 mm. In de achtergrond, lineair gerangschikt fibreus
collageen dat diep dermaal wordt gezien, passend bij "oud"litteken
(eerdere behandeling?). Er wordt geen tatoeage pigment aangetroffen.
Conclusie: superficieel spreidend maligne melanoom.
Breslow-dikte 4.71 mm. Ulceratie: aanwezig. Dermale mitosen:
aanwezig. Regressie: afwezig. Perineurale groei: afwezig.
(Lymf)angio-invasie: afwezig. Snijvlakken zijn vrij van tumor,
marges 2.8 mm naar caudaal en 3.2 mm naar craniaal. |