MELANOMA MALIGNA inhoudsopgave home
  
Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC
  
PA-beschrijving: zakboek
  
Het betreft zeer ruime fragmenten huid met daarin een zeer grote, asymmetrisch samengestelde pigmentcel tumor, die centraal een boven het oppervlak verheven grote nodus vormt. De niet nodulaire component groeit hoofdzakelijk intra-epidermaal met plaatselijk ook beperkte dermale uitbreiding. Aan de junctie worden er hoofdzakelijk individuele pigmentcellen gezien, die rug aan rug liggen in een lentigineus patroon en die multifocaal ook opwaarts migreren in het epitheel tot aan de granulaire laag. Tevens worden ook pigmentcelnesten gevormd, die variëren in grootte en die plaatselijk ook conflueren, waardoor epitheelkammen worden overbrugd. Het epitheel is hyperplastisch en bedekt door een dikke laag orthokeratine, waarin focaal ook foci van parakeratose worden aangetroffen. Subepitheliaal is er een matig celrijk ontstekingscelinfiltraat van hoofdzakelijk lymfocyten met daartussen ook multipele, soms in clusters gelegen melanofagen en focaal zien we ook een toegenomen hoeveelheid vaatjes, gelegen in een wat denser dermaal stroma met toegenomen hoeveelheid fibrose, hetgeen wijst op enige regressie.

De centrale nodulus is aan het oppervlak geülcereerd, bestaat hoofdzakelijk uit een dermale component, die samengesteld is uit multipele noduli van pigmentcellen met een variabel aspect. Enerzijds zijn er cellen met ruim eosinofiel cytoplasma, waarbij de kernen een prominente nucleolus hebben. Anderzijds zijn er cellen met ruim helder cytoplasma. Sommige pigmentcellen zijn meer spoelcellig, andere eerder klein. De kleincellige component ligt in trabekels. Verspreid in de nesten is er haemorrhagie en focaal ook necrose. Plaatselijk zien we een nodus van collageneus bindweefsel met daarin stapeling van melanofagen, zonder pigmentcellen. Verspreid zijn er talrijke mitosefiguren. Rondom de nesten is er een matig infiltraat van lymfocyten. Her en der verspreid rond het letsel zijn er ook melanofagen. Plaatselijk, subepitheliaal zien we een oppervlakkig gelegen vat met daarin 1 losse tumorcel, waardoor vatinvasie niet met volledige zekerheid kan worden uitgesloten.

Het betreft een zeer groot asymmetrisch en centraal geulcereerd bolvormig superficieel spreidend maligne melanoom, dat zich in een radiale en hoofdzakelijk verticale groeifase bevindt. De laesie reikt tot in het subcutane vet, wat overeenkomt met een Clark- level 5. De Breslow index bedraagt 22 mm. In sommige coupes zien we een 2-tal losliggende nodi (microsateliet?) in het subcutane vet, maar in de erop volgende seriële doorsneden blijken de nodi te versmelten tot 1 grote diepreikende laesie (dus vermoedelijk geen aparte satelieten). Er is een zeer hoge mitotische activiteit, waarbij er meer dan 6 mitosen per tien hpfs worden geteld. Er is regressie, hoofdzakelijk aan de laterale randen van het letsel. Vatinvasie kan niet geheel worden uitgesloten, maar kon niet bevestigd worden met een CD31 immunohistochemische kleuring. Er is een matige lymfocytaire afweer. Conclusie: superficieel spreidend maligne melanoom in een radiale en verticale groeifase.