De epidermis toont een vlakke opbouw met een bewaarde
uitrijping van keratinocyten. De dermis wordt vrijwel geheel ingenomen
door een dicht opeengepakte celrijke afwijking van een monotone
celpopulatie. De cellen worden gekenmerkt door scherpe celgrenzen
met centraal gelegen scherpe ovale kernen en een wisselend open
chromatinepatroon veelal zonder nucleoli. Het cytoplasma is vaak
grijs en heldercellig van aspect. De afwijking ligt dicht tegen
de onderkant van de epidermis aan. De afwijking wordt verder op
regelmatige wijze doorsprenkeld door eosinofiele granulocyten. Typering
van het infiltraat toont een behoorlijk aantal Giemsa en MCT positieve
mestcellen. De kleuringen zijn perifeer in de laesie duidelijk beter
dan centraal. Fixatieartefact? De CD68 kleuring is sterk en diffuus
positief. De S100/CD1a kleuringen voor Langerhans cellen zijn negatief.
CD 117 kleuring (mestcellen marker) is sterk en diffuus positief.
Op basis van de morfologie en de aankleuring voor tryptase (MCT)
en giemsa gaat de voorkeur uit naar een mestcelproliferatie (cutaan
mastocytoom of mestcelproliferatie in het kader van een systemische
aandoening). Een juveniel xanthogranuloom werd overwogen, is ook
CD68 positief en kan eosinofielen bevatten, echter er is geen duidelijke
xanthomateuze component, geen Toutontype reuscellen en de talrijke
mastcellen zijn er eerder ongewoon voor. Conclusie: mestcelproliferatie,
eventueel passend bij een cutaan mastocytoom (een systemische mastocytose
dient altijd te worden uitgesloten). |