De epidermis toont over een groot gebied atrofe
veranderingen, waarbij lentigineuze toename van melanocyten met
licht vergrote hyperchromatische kernen ter plaatse van het grensvlak
wordt gezien over een zeer brede zone. Vaak stapelen deze melanocyten
en deels liggen ze in wisselend grote nesten. Hierbij is er uitgebreide
opstijging van individuele atypische melanocyten, plaatselijk tot
in de granulaire laag. Cytoplasma is matig ruim deels opgehelderd
en toont soms schrompeling. Ondergelegen papillaire dermis toont
gehomogeniseerd collageen met enig rondkernig infiltraat en melanofagen,
soms verticaal verlopende capillairen. Plaatselijk ook dermale uitbreiding
van het melanocytaire atypische laesie tot in de oppervlakkige dermis.
De laesie ligt hier in compacte nesten, waarbij kernen van melanocyten
sterk variƫren in grootte en ook irregulaire hyperchromatische vormen
gezien worden met sporadische dermale mitotische activiteit. De
Breslow-dikte bedraagt 0.3 mm. Geen ulceratie, regressie of microsatellieten.
Zijsnijranden zijn ruim vrij van het melanoom, lentigo maligna component
dooft uit naar de randen van de excisie waarbij losse atypische
grensvlakmelanocyten focaal reiken tot op <1 mm van de zijsnijranden.
Conclusie: lentigo maligna melanoom, Breslow-dikte 0,3 mm met
intradermale mitotische activiteit. Geen ulceratie, lymfangio-invasie,
regressie of microsatellieten. |