LENTIGO MALIGNA MELANOMA inhoudsopgave home
  
Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC
  
PA-beschrijving: zakboek
  
De epidermis is opgebouwd uit meerlagig, verhoornend plaveiselepitheel, dat grotendeels een normale uitrijping heeft. Plaatselijk zien we een lentigineuze proliferatie van melanocyten met atypie, passend bij lentigo maligna. Daarnaast, groeiend in de onderliggende dermis zien we oppervlakkige en diepe nesten van rondovale cellen waarvan de kernen vergroot en irregulair zijn. De laesie heeft daarnaast een groeiwijze langs haarfollikels. De laesie is positief voor Melan-A en S100 kleuring en HMB-45, hetgeen wijst op een melanocytaire laesie. Daarnaast worden er een talrijke mitosefiguren, tevens gezien in de MIB-1 kleuring met aanwezigheid van atypische mitosefiguren. De BerEP4 en de MNF116 kleuring (pankeratine marker) zijn negatief. Het betreft een maligne melanoom met een radiale en verticale groeiwijze. Gezien de aanwezigheid van lentigo maligna, besluiten we tot een lentigo maligne melanoom. De dikte van de laesie is voor interpretatie vatbaar, maar de Breslowdiepte van de granulaire laag tot aan de diepste melan-A positieve pigmentcel bedraagt 1,9 mm. De Breslowdikte is mogelijk een overschatting. De laesie reikt tot in de reticulaire dermis (Clark III a IV). Er is geen ulceratie, er zijn talrijke mitosen, waarbij er meer dan 6 mitosen per 10hpf worden geteld. Er is praktisch geen lymfocytaire afweerreactie. Op basis van deze coupes, geen vaatinvasie en geen microsatellieten herkenbaar.