De epidermis is slank en vertoont een bewaarde uitrijping
van het meerlagig, orthokeratotisch verhoornend plaveiselcelepitheel.
In de dermis wordt een proliferatie van capillaire vaten gezien
die iets wat vertakkend zijn. Deze worden afgelijnd door een licht
geprikkeld endotheel zonder evidente pleiomorfie. Tevens is er geen
sprake van tufting. Soms worden vaten gezien met een meer spleetvormige
lumen. In de omgeving uitgebreide extravasatie van erytrocyten.
Er werd aanvullend immuunhistochemisch onderzoek verricht. De CD
34 is negatief in de vaatproliferatie, in tegendeel tot een positieve
aankleuring voor CD 31. HHV-8 is negatief en de proliferatiemarker
MIB-1 laat geen toegenomen expressie zien in de vaatstructuren.
D2 40 immunokleuring is deels positief, deels negatief in de proliferatie.
Het betreft een oppervlakkige dermale retiforme vasculaire proliferatie
zonder significante atypie of mitotische activiteit. Echter, met
ontbreken van omgevende ASMA+ pericytaire laag. Differentiaal diagnostisch
kan op de eerste plaats een progressief lymfangioom of hobnail hemangioom
(mede gezien de aanwezige ijzerdeposities) worden overwogen. Kaposi
sarcoom is uitgesloten middels negatieve HHV8. De klinische lokatie,
oppervlakkige dermale ligging en het ontbreken van significante
atypie, meerlagigheid en mitotische activiteit pleitten allen tegen
een angiosarcoom, al kan dit puur op basis van dit biopt niet geheel
worden uitgesloten. Conclusie: progressief lymfangioom of hobnail
hemangioom. |