ATYPISCH FIBROXANTHOOM, CLEAR CEL TYPE (HELDERCELLIG) inhoudsopgave home
  
Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC
  
PA-beschrijving: zakboek
  
De epidermis is onregelmatig verbreed en toont basale spongiose met prikkeling van de keratinocyten. Geen overtuigende cytonucleaire atypie. In de bovenste cellagen is er een bewaarde uitrijping van het plaveiselcelepitheel met aan het oppervlak een bedekkend laag van hyper-, ortho- en parakeratose. In onderliggende dermis een tumorale proliferatie die reikt tot diep dermaal. De tumor toont een opbouw van atypische cellen die deels dyscohesief, doch compact op elkaar zijn gelegen. Deze bevatten centraal gelegen celkernen die wisselend vergroot zijn en hyperchromatisch met een nucleolus. De celkernen zijn gelegen in een ruime hoeveelheid helder tot soms gevacuoliseerd cytoplasma. Af en toe wordt een mitosefiguur aangetroffen en hier en daar zijn er celkernen met multinucleaire veranderingen. Er wordt invasie gezien soms tussen de collageenbundels reikend tot diep dermaal. Immuunhistochemisch onderzoek: in de pankeratinemarker CK AE 1 / AE 3 wordt slechts aankleuring van het pre-existent bekledend plaveiselcelepitheel gezien. Geen aankleuring in de tumorcellen. In de CD10 wordt wel aankleuring van de tumorcellen gezien. Verder geen aankleuring in de overige verrichte markers (ASMA, S 100, Melan-A, CD34 en p53). Voorts een enkel cel met granulaire cytoplasmatische aankleuring in de CD68. De proliferatiemarker MIB-1 toont enkele cellen met nucleaire expressie, geen toegenomen expressie patroon. De CD10 expressie kan passen bij een atypisch fibroxanthoom, ongewoon hiervoor is het gebrek van p53 positiviteit. Het gebrek van expressie van de overige markers maakt een clearcell carcinoom, clearcell sarcoom en een clearcell melanoom minder waarschijnlijk. Aanvullend immuunhistochemisch onderzoek toont sterke aankleuring van de tumorcellen voor NKI/C3. De overige verrichte immuunhistochemische kleuringen (CK MNF116, EMA, factor 13A, SOX10 en HMB 45) zijn negatief. De MITF toont in een enkel cel zwakke nucleaire expressie, geen diffuse aankleuring en wordt derhalve als negatief beschouwd. Op basis van het immuunhistochemisch profiel (CD 10 / NKI/C3) expressie kan het beeld goed passen bij een (clearcell / heldercellig) atypisch fibroxanthoom.