ECCRIENE ADNEXTUMOR inhoudsopgave home
  
Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC
  
PA-beschrijving: zakboek
  
Dermaal zien we een nodulaire lesie, bestaande uit een proliferatie van kleine basaloïde cellen, die geen noemenswaardige cytonucleaire atypie tonen en geen noemenswaardig verhoogde mitotische activiteit hebben. Deze basaloïde cellen vormen plaatselijk anastomoserende strengen, waardoor stroma nodi worden ingesloten. Plaatselijk is er ook cystevorming met in het lumen wat eosinofiel amorf materiaal. Verspreid in het stroma ligt een sprenkeling van ontstekingscellen. De laesie maakt op meerdere plaatsen contact met het bovenliggend epitheel. Het is het beeld van een benigne adnextumor, eventueel passend bij een eccrien poroom, spiradenoom of cilindroom. Conclusie: benigne adnextumor, mogelijk maar niet zeker een eccrien poroom.

De laesie is later, vanwege de bijzondere opbouw met anastomoserende strengen die lijken op een Pinkus tumor nog voorgelegd aan prof.dr. Th.M. Starink, die de volgende aanvulling gaf: vanwege de buisachtige structuren en grotere cysteus verwijde lumina betreft het inderdaad een zweetkliertumor, hoogstwaarschijnlijk eccrien, maar bij dit type laesies kan er geen onderscheid gemaakt worden tussen eccrien en apocrien. Verder bestaat de laesie uit niet-atypische basaloide cellen die hier en daar contact maken met de epidermis, passend bij een (eccrien) poroom. Ook het celrijke en vrij vaatrijke stroma past daarbij. Meestal ziet men daarbij grotere velden basaloide cellen (hier zeker ook wel aanwezig), de deels "kantwerk-achtige" c.q. Pinkus-achtige bouw is ongewoon. Die kunnen echter wel worden gezien bij een eccrien syringofibroadenoom (zijn zelfs kenmerkend daarvoor).