DERMAL DUCT TUMOR inhoudsopgave home
  
Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC
  
PA-beschrijving: zakboek
  
De epidermis wordt bedekt door een hyperkeratotische hoornlaag. Het onderliggende epitheel is discreet acanthotisch verbreed en toont een prominent stratum granulosum. Dermaal treffen we een goed omschreven laesie. Deze staat nergens duidelijk in verbinding met de hoger gelegen epidermis. De tumor is opgebouwd uit in celnesten gelegen basaloïde cellen. Deze celnesten wisselen in grootte, waarbij focaal een meer reticulair groeipatroon waarneembaar is. De tumorale cellen bevatten een kleine vesiculaire kern met een prominente nucleool. We treffen hierin geen overtuigende cytonucleaire atypie of duidelijke mitosefiguren. Het cytoplasma is licht eosinofiel tot vrij helder van aspect. Deze celnesten zijn ten dele gelegen rondom buisvormige structuren. Het tussenliggende stroma betreft deels losmazig bindweefsel, deels sterk eosinofiel, amorf materiaal. Zeer focaal treffen we een enkel gebied met meer squameuze differentiatie. Een aanvullende PAS-kleuring toont positiviteit van tumorale cellen welke ten dele diastase gevoelig is. Aanvullende immunohistochemie toont tumor positiviteit voor de pancytokeratine marker MNF116, de tumor is ten dele, met name rondom de beschreven ductale structuren, EMA positief. De tumor is CEA negatief. Het histologisch beeld betreft het van een benigne dermale epitheliale tumor, waarbij er gedacht kan worden aan een een dermal duct tumor met in de DD een eccrien hidradenoom. Een eccrien poroom staat meestal in verbinding met het bovenliggend epitheel, hetgeen hier niet het geval is. Een mixed tumor van de huid is ook overwogen maar hiervoor ontbreekt de kenmerkende compressie van omgevende dermis alsook een overtuigende myxoïde en chondroïde stromale component.