| Centraal wordt een nodulaire laesie gezien. Aan het oppervlak hyperkeratose van zowel het orthokeratotische als parakeratotische type. De epidermis is dun en opgebouwd uit een meerlagig plaveiselepitheel. Dit epitheel toont geen atypie. In de dermis worden er meerdere nesten van uniforme kleine cellen gezien. In deze nesten is een deels cysteuze degeneratie zichtbaar. Andere nesten tonen centraal myxoïde degeneratie. Meerdere nesten bevatten melanofagen. Ten opzichte van omringende dermis worden soms retractiespleten gevormd. In de omringende dermis is er een toegenomen fibrose met aanwezigheid van lymfocyten en eveneens melanofagen. De nesten en strengen van cellen kleuren positief aan in de aanvullende epitheelmarker MNF. Tevens zijn dezelfde cellen positief voor BerEp4 en BCL 2. Er is een patchy aankleuring in de CD10 kleuring. De aanvullende EMA, cytokeratine 7, S 100, vimentine en CEA zijn negatief in de cellen van de laesie.
De laesie is negatief voor GCDFP. ASMA kleurt tussenliggende
vaatjes. Er is een sterke nucleaire expressie van p63.
Histologisch is er voorkeur voor een mixed tumor of the skin
(chondroïd syringoom). |
