ANGIOSARCOOM inhoudsopgave home
  
Bron: Kevin Kwee / Afdeling pathologie MUMC
  
PA-beschrijving: zakboek
  
Huidbiopt reikend tot in de subcutis en in dwarsgestreept spierweefsel, aan het oppervlak bekleed door regelmatig opgebouwd meerlagig verhoornend plaveiselcellig epitheel. Zowel de dermis, subcutis als het dwarsgestreept spierweefsel wordt diffuus geïnfiltreerd door een zich een onregelmatig vertakkende, deels met retiforme vasculaire structuren uitbreidende laesie. Binnen de deels gedilateerde vasculaire lumina papillaire projecties, bekleed door epitheloïde endotheelcellen met hobnailing. Tevens gebieden met meerlagigheid en meer solide groei. Kernen zijn rondovaal en tonen geringe anisomorfie, een fijn granulair tot open chromatine met discrete nucleoli. Geen opvallende hyperchromasie en slechts sporadische mitotische activiteit. De laesionale cellen zijn positief voor CD31 en D2-40 en negatief voor CD34 en CK AE1/AE3. Geen omgevende pericyten, p53 wild type aankleuring. MIB-1 proliferatie-index ca. 20%.
Morfologisch wordt een zeer diepreikende, zich diffuus verspreidend vasculaire proliferatie gezien met deels retiform en ook meer solide groeipatroon met daarbij opvallende hobnailing. In het eerdere oppervlakkige biopt werd gedacht aan een hobnail hemangioom. Zowel de klinische afmetingen van de laesie (ca. 14 cm), als de diepe uitbreiding in vet -en spierweefsel passen echter niet bij deze diagnose. Al eerder is een retiform haemangio-endothelioom overwogen, maar ook hierbij passen de afmetingen en diepe infiltratieve groei met deels solide partijen niet. Ook zijn deze laesies typisch CD34 positief. Het morfologisch beeld is ook niet typisch voor een Dabska tumor, waarbij een overwegend intraluminaal papillair groeipatroon gezien wordt, alsmede positiviteit voor CD34. Derhalve dient, ondanks het ontbreken van zeer uitgesproken atypie of mitotische activiteit, de diagnose goed gedifferentieerd angiosarcoom gesteld te worden.