De epidermis is variabel van dikte, maar aan de
rand duidelijk onregelmatig verbreed. Op het oppervlak ligt een
laag orthokeratine met plaatselijk ook enige parakeratose. Er is
beperkte spongiose. De papillaire dermis is zeer oedemateus met
extravasaten van rode bloedcellen. Her en der verspreid liggen kleine
gedilateerde vaatjes, omgeven door vrij geprikkeld endotheel. De
vaatwanden lijken intact. We zien niet onmiddellijk fibrinestolsels
in de vaatlumina. In de papillaire dermis en overgaand in de reticulaire
dermis, zien we een uitgesproken purulent ontstekingscelinfiltraat,
dat bestaat uit neutrofiele granulocyten en foci van kernpuin. Her
en der verspreid ook meerdere reactieve fibroblasten. Het beeld
past het best bij een Sweet-syndroom. Vanwege het overvloedig kernpuin
en diapedese van neutrofiele granulocyten, moet ook gedacht worden
aan een vasculitis, maar dit is minder waarschijnlijk want bij vasculitis
verwachten we een meer uitgesproken fibrinoïde necrose van vaatwanden.
Een beginnende leucocytoclastische vasculitis moet klinisch worden
uitgesloten. De PAS-kleuring kon geen schimmels aantonen. De gramkleuring
is negatief. Conclusie: best passend bij morbus Sweet. |