Oppervlakkige huid shave met epidermis en dermis.
De epidermis is onregelmatig acanthotisch verbreed maar met een
bewaarde uitrijping van het meerlagig verhoornend plaveiselcelepitheel,
bedekt met een laag van compacte hyper ortho keratose, passende
bij de localisatie. Vrijwel de hele excisie wordt ingenomen door
een melanocytaire proliferatie. Er is een beperkte grensvlakcomponent
alwaar langs de junctie grote nesten van epitheloïde melanocyten
worden gezien. Deze bevatten rondovale en plompe celkernen met een
fijnkorrelig chromatinepatroon en prominente nucleolus, gelegen
in een matig tot ruime hoeveelheid hyper eosinofiel cytoplasma.
Soms worden er cellen gezien met meerkernige veranderingen. Geen
bridging van nesten, geen lentigineuze groei. Wel af en toe een
suprabasale tot ascenderende melanocyt tot halverwege de epidermale
breedte. De dermale component bestaat uit nesten van dezelfde epitheloïde
melanocytaire cellen, hier ook cellen met meerkernige veranderingen.
Er wordt een compacte nesterige groei naar de diepte toe gezien
met uitbreiding van de melanocyten tussen de collageneuze bundels.
Een oppervlakkige mitosefiguur wordt af en toe aangetroffen, geen
evidente diepe mitosefiguren. Echter reiken de nesten uitgebreid
in de bodem van de shave excisie als ook in beide uiteinden.
Het betreft een Spitzoide melanocytaire proliferatie. Het beeld
kan passen bij een Spitz naevus. De localisatie is echter een ongebruikelijke
plaats voor een Spitz naevus. Ook ongewoon hiervoor is de uitbreiding
tussen de dermale collageneuze bundels in de diepte. Optimale beoordeling
over uitrijping van deze melanocytaire nesten is suboptimaal aangezien
de laesie uitgebreid in de bodem reikt. Mede gezien de atypische
kenmerken van de nesterige groei tot diep, kan een Spitzoide tumor
van unknown maligne potentieel niet met zekerheid worden uitgesloten.
Een aanvullende Melan-A kleuring toont evidente expressie van de
tumornesten, reikend tot in de bodem van de excisie. HMB 45 is slechts
positief in de epidermale nesten en in enkele oppervlakkige dermale
nesten maar toont verlies naar de diepte toe, passend bij uitrijping.
De proliferatiemarker MIB-1 en PHH3 toont geen toegenomen expressie.
Het aanvullend immuunhistochemisch onderzoek ondersteunt de eerder
afgegeven diagnose.
Conclusie: Spitzoide melanocytaire proliferatie,
reikend uitgebreid in de bodem van de excisie. Beeld kan passen
bij een Spitz naevus, gezien de beperkte beoordeling naar de diepte,
kan een Spitzoide tumor van unknown maligne potentieel niet met
zekerheid worden uitgesloten. Een re-excisie is nodig. |