Het epitheel is normaal breed, bedekt met parakeratine.
In de dermis zien we enkele ontstekingscellen. Diep in het biopt,
subcutaan, is er een laesie die bestaat uit een zeer monotone populatie
van basaloïde cellen, die afgeronde kernen bevatten met een fijn
zanderig kernchromatine zonder nucleolen. Her en der zijn er mitosen.
Tussen deze monotone celpopulatie zien we ook enkele lymfocyten
en kleine capillaire vaatstructuren. Het histologisch beeld is het
meest suggestief voor een neuroendocrien carcinoom. De dieper gelegen
tumor is positief voor de epitheliale marker MNF. Tevens is er diffuse
perinucleaire, en plaatselijk dotvormige expressie van de neuro-endocriene
markers synaptofysine, chromogranine en NSE. Er is een sterke expressie
van het cytokeratine 20, terwijl er geen aankleuring is voor cytokeratine
7, dat wel de eccriene buisjes kleurt in de diepere dermis, wat
wijst op een positieve interne controle van deze kleuring. CD45
kleurt multipele tussenliggende en aan de rand van de laesie gelegen
lymfocyten. |